Regeneratief beheer

Het voedselbos

De tuin van elke escape is aangelegd volgens het voedselbos principe. Voedselbossen zijn gestructureerd om natuurlijke bossen na te bootsen en zijn het meest stabiele en duurzame type ecosysteem om de klimaatverandering het hoofd te bieden.

Een duurzaam ecosysteem

Zo beheren voedselbossen het water efficiënt en houden ze de grond zelfs tijdens droogte vochtig. Ze regenereren de bodem op een natuurlijke manier en maken de opname van meer CO² mogelijk dan traditionele landbouwgrond. Ze zijn productief en bieden fruit, noten, struiken, kruiden en meerjarige groenten aan. Opbrengsten die dus onmiddellijk nuttig voor ons zijn. Ze vereisen weinig onderhoud. Bovendien bieden bostuinen een leefgebied aan insecten en dieren en zijn ze dus vol leven.

We hopen echt dat u de voordelen van voedselbossen voor ons en voor onze planeet begrijpt en dat ze u inspireren.

Biodiversiteit

De biodiversiteit en productiviteit van een voedselbos zijn hoog dankzij de afgestemde lagen. In tegenstelling tot landbouw, werkt men in een voedselbos met meerdere lagen, waardoor de arbeid en input op den duur nihil zijn. Belangrijkste is dat een juist ontworpen voedselbos zichzelf in stand houdt en voedsel en onderdak biedt aan diverse organismen. Planten hoeven niet per se eetbaar te zijn, ook soorten die bijvoorbeeld bestuivende insecten of vogels aantrekken krijgen er hun plek.

De grootte van het voedselbos zelf kan sterk variëren; van klein tot hectaren groot.

De opbouw van de lagen van een voedselbos zijn als volgt:

  • Grote bomen/kruinlaag (8 meter hoog, bijvoorbeeld linde, kers, walnoot en ginkgo)
  • Tussenlaag van kleinere bomen en heesters (3 tot 8 meter hoog, bijvoorbeeld hazelaar, cornus decaisnea of mispel)
  • Struiklaag (1 tot 3 meter hoog, bijvoorbeeld Gojibes, honingbes, aalbes, wijnbes, appelbes of jostabes)
  • Kruidlaag (20 centimeter tot 1 meter hoog, bijvoorbeeld brandnetel, smeerwortel en varens)

 

  • Bodembedekkers (aan de basis van de grond, bijvoorbeeld aarbeien, vossebes, bosbes, postelin of cranberry)
  • Klimplanten (bijvoorbeeld druif, akebia of kiwibes)
  • Wortels en knollen onder de grond.